WG Kunst Galley
Marius van Bouwdijk Bastiaansestraat – Amsterdam
Vrijdag 25 April t/m Zondag 27
Open : 13:00-18:00
Op Zondag is de feestelijke afsluiting
Régis is na zeven jaar terug naar het WGKunst Gallery met een aantal kunstwerken die especial voor deze expo zijn gemaakt.
De titel van de expositie Floralia verwijs naar een antiek Romeins festival. Een festival ter ere van de godin Flora, waarin vruchtbaarheid, overvloed, schoonheid en geluk werden gevierd.
Zoals de kunstwerken in deze tentoonstelling: viering van een nieuw seizoen.
[zie ook artikel in Gaynews: Het Verbeterhuis ]
Het eerste idee voor dit project Het Verbeterhuis was het maken van een connectie tussen Brazilië en Amsterdam voor de viering van 750 jaar Amsterdam. De connectie werd bekend: het Braziliaanse hout, Pau Brasil, Caesalpinia Echinata, dat in het tuchthuis het “Rasphuis” door de gevangenen geraspt werd om rode kleurstof voor de textielindustrie te verkrijgen.
Het Rasphuis was bedoeld om jonge criminelen tijdens hun gevangenschap een vak te leren, zodat ze daarna terug naar de maatschappij konden. Tijdens het onderzoek heb ik stap voor stap verschillende facetten van het Rasphuis ontdekt, en alle nieuwe ontdekkingen brachten me verder. Ik kwam verhalen tegen over homoseksuele mannen (sodomieten) die vanwege hun seksuele gedrag tot levenslang veroordeeld werden en naar het Rasphuis gestuurd werden. Die verhalen vielen buiten de oorspronkelijke missie van het Rasphuis. Homoseksueel gedrag, toen sodomie geheten, was verboden. Als iemand betrapt en opgepakt werd, werd hij naar de gevangenis gestuurd, of kreeg de doodstraf, of werd voor eeuwig uit de stad verbannen.
Verder leidde mijn onderzoek naar het verhaal van Johannis Wisser). Wisser, oorspronkelijk uit Lubeck, was waarschijnlijk tapper bij een beruchte herberg, het Serpent, op de oude vismark, die jaren als Lolhuis fungeerde. Een herbeg waar mannen seksueel contact hadden. In 1764 werd Wissing opgepakt en beschuldigd van groepsmasturbatie, tot levenslang veroordeeld en naar het Rasphuis gestuurd; waar hij tot zijn dood in 1781 is gebleven. Door zijn verhaal ben ik verder gaan zoeken naar meer verhalen van sodomieten die in de Stille of Secrete Plaats, in de kelder van het Rasphuis,opgesloten werden.
De Stille of Secrete Plaats was een speciale afdeling in de Kelder van de gevanganis waar de veroordeeld sodomieten volledig uit het zicht van het publiek en de andere gevangen gescheiden kunnen worden. Het was vervacht dat de gevangen in deze cellulaire opsluiting hun zedelijke verbetering kunnen vinden.
Ik kwam tot de conclusie dat de connectie tussen Brazilië en Amsterdam niet het Braziliaanse hout is, maar wat op de poort[1] van het Rasphuis staat: Wilde Beesten Moet Men Temmen”. In Brazilië waren de Portugezen druk doende de oorspronkelijke inheemse bevolking en de zwarte afrikanen die als slaaf naar Brazilië waren getransporteerd, te “temmen”. Terwijl in het Rasphuis andere “beesten” getemd werden. Maar wat voor beesten waren in het Rasphuis opgesloten om Braziliaans hout te raspen? En wat waren de criteria om als beest geclassificeerd te worden? Ik laat deze vragen aan de bezoeker van de expositie Het Verbeterhuis project zelf een antwoord te vinden.
Referenties:
De herberg-dissertatie van Maarten Hell: op p. 257 schrijft hij kort over het Serpent en de gevolgen van de Sodomietenvervolging rond 1730. De dissertatie staat online: https://hdl.handle.net/11245.1/2caa072f-e73f-4428-9793-5af42c1a3ff5
Bob Pierik: Zo veel leven voor de deur. Meulenhoff, 2023.
Boon, L.J., 'Dien godlosen hoop van menschen'. Vervolging van homoseksuelen in de Republiek in de jaren dertig van de achttiende eeuw (Amsterdam 1997) 127-131, 358.
Meer, T.A.M. van der, Sodoms zaad in Nederland. Het ontstaan van homoseksualiteit in de vroegmoderne tijd. (Nijmegen 1995),25,26, 31,32,68, 75, 76, 198,199, 246, 247, 256, 257, 300.
Meer, T. van der, De wesentlijke sonde van sodomie en andere vuyligheeden. Sodomietenvervolgingen in Amsterdam 1730-1811 (Amsterdam 1984).
Sjoerd Faber (Strafrechtspleging en criminaliteit, o.a. p. 197-202)
Stadsarchief Amsterdam
http://www.amsterdam.nl/stadsarchief
Arti et Amicitiae
Art Space – 24 tot 30 maart 2025
Het Rasphuis- Maison de discipline pour les Hommes
Heiligeweg – Amsterdam
1596-1815
Het Rasphuis was dus behalve gevangenis een plek waar hout werd geraspt – in die tijd was dat Braziliaans hout. Pau Brasil, Caesalpinia Echinata.
Het hout dat uit Brazilië naar Amsterdam werd getransporteerd, was bekend om zijn waardevolle rode pigment dat gebruikt werd om textiel te verven. Alle rasp die geproduceerd werd in het Rasphuis werd verkocht aan textielfabrieken in Zaandam.
Het Rasphuis werd opgericht in 1596 en gesloten in 1815. Het enige overblijfsel van de gevangenis is de poort, die dateert uit 1603. De Rasphuispoort staat aan de Heiligeweg en was lange tijd de toegang tot het Heiligeweg zwembad, en nu tot het winkelcentrum de Kalvertoren. Boven de poort staat een latijnse spreuk die vertaald kan worden als: “Wilde Beesten Moet Men Temmen”.
Wat het Rasphuis bijzonder maakte in Europa in die tijd was het feit dat het een uniek systeem van gevangenisstraf was. Een plek waar de criminelen hun straf moesten betalen met zwaar onbetaald werk.
Na verloop van tijd werd het Rasphuis ook gebruikt als een gevangenis voor “problematische” mensen van goede komaf. Rijke mensen konden tegen betaling familieleden die problematisch waren daar laten opsluiten. Veroordeeld homoseksuele mannen werden in de Stille of Secrete Plaats, in de kelder van het Rasphuis, opgesloten.
Tegenwoordig krijgen misdadigers een andere soort straf na een eerlijke rechtszaak, zoals een geldboete, een werkstraf of een gevangenisstraf.
The House of Correction- Het Tuchthuis
Het Rasphuis werd opgericht in 1596 en gesloten in 1815. In Engeland werd the House of Correction (gelijkwaardig met het Tuchthuis) in 1601 opgericht. In Engeland was het een huis voor mensen die op straat woonden of mensen die niet wilden werken. Pas in 1720 is in Engeland een gevangenis met hetzelfde systeem als het Rasphuis opgezet.
[1] “Virtutis Est Domare Quae Cuncti Pavent”- Seneca, 1ste eeuw.
The Triptych. Part One.
The Fly and the Man with Golden Possessions
Régis Gonçalves
10 – 21 June 2024
Art Space – Arti et Amicitiae
Rokin 112 - Amsterdam
This exhibition, entitled "The Triptych Part One, the Fly and the Man with Golden Possessions”, is an ongoing artistic research into the sexual life of Antonio Benjamim Gonçalves, born around 1858-60 somewhere in the State of Minas Gerais, Brazil. Antonio Benjamim Gonçalves, black, of African descent, is said to have served as a "breeder". He performed this activity for about fifteen years until the end of slavery in Brazil in 1888. A male slave breeder was, for the landowner, like a gold mine. A large creature, beast like, with a precious cock; golden possessions; the perfect nourishment for the land. Here was a deprived black man, a creature possessed of a greedy object of lust, whose purposes were to nourish the dreams of the corrupt landowner: delivering an Eldorado!
In Part One, The Fly and the Man with Golden Possessions, the focus will be on showing the male breeder from his owner's point of view. In this case, he is reduced to a fetishized image of a faceless man, beast like, with golden balls and golden member, to be treated as a beast and mating like one. As for the fly, an insect that usually feeds on animal blood, here it represents the landowner who, with clear intent, drained the man with the golden possessions.
A male slave breeder had to have certain exceptional characteristics. It was desired that he should be tall, be physically well-built, with good teeth, possessed of thin shins and a large and long member. These qualities were believed to provide heathy and strong children; children that were meant to replace the elderly in the fields. A breeder would not do field work; instead his main job was to make sure that the majority of the enslaved females were pregnant.
Being an artist allows and obliges me to use my talent to expose issues that are relevant to our society. There are issues that may at first seem outdated as the events they refer to happened a long time ago. Yet even past events have strong influences on our daily lives and self-image. Here we explore the mistreatment of the African diaspora and the effects of slavery and colonialism reach broadly. Shedding light on the crimes may prevent them being committed afresh.
Slavery is a strong word and directly linked to colonialism. In our age the same kind of exploitation happens and we can find ourselves trying to give it another name. But at very end it is still slavery.
See also website of Arti.nl for Dutch text.
QADDFFSUW
Anomalous. Different. Dubious. Flaky. Fishy. Strange. Uncanny. Weird. In short: Queer
The artworks on display in this exhibition are not self-portraits, nor portraits of those who deliberately have the tendency to dislike or censure queerness, but rather fictional portraits honouring those who have been often marginalized due to their queer appearance.
The distortions seen in the portraits ought to be perceived as a suggestion of a melted mask unable to discern between inner or outer.
Each portrait is a queer depiction of the human figure whose sources of inspiration were images from social media and other means of communication. Images that served me as a base to compose some anomalous, flaky, strange, weird, different, dubious, uncanny, and fishy portraits that display their queerness as a banner clear for all to see.
Abnormaal. Afwijkend. Dubieus. Getikt. Verdacht. Vreemd. Geheimzinnig. Zonderling. Kortom: Queer
De kunstwerken die in deze tentoonstelling worden getoond zijn zelfportretten, noch portretten van mensen die de neiging hebben om queerness af te keuren. Integendeel, de portretten zijn ode aan hen die gemarginaliseerd worden vanwege hun uiterlijk of persoonlijkheid.
De vervormingen in de portretten moeten worden opgevat als een masker dat begint te smelten waardoor niet langer onderscheid gemaakt kan worden tussen het innerlijk en uiterlijk.
Being an artist and a cook might at first seem a strange combination. But on reflection the fusion of roles makes sense. Working either in a studio or in a kitchen requires creativity, sustainability, sensibility, discipline and the skill of dealing with diversity. Colours are like cooking ingredients; so combining a palette of colours on an empty canvas is like blending an array of different ingredients in an empty bowl or pan. Each colour as well as each single ingredient has its own character, function, taste, smell, texture, etc. Since artworks and dishes are brought to life for others to enjoy, I feel that being a cook and an artist is caring for those we love. Therefore, either in the studio or in the kitchen, my aim as I create is to deliver a compelling work of art; catchy, surprising and appealing to our human faculties such as sight, smell, hearing, taste or touch; in such a way that we shall be both satisfied and eager for more.
Podium Mozaïek, Amsterdam
Bos en Lommerweg 191
1055 DT Amsterdam
020-5800380
5 March - 5 May 2020
Uit Medisch Contact
Recent
Copyright @ All Rights Reserved